HOOFDMENUOver tango4 Stijlen3 VariantenVraag & antwoord

Variant 1: Tango


Argentijnse tango ontstaat vanuit het lopen en wordt uitgebreid met geimproviseerde dansbewegingen. Er zijn geen voorgeschreven passen. De ziel van de tango zit in de muziek. Compositie, ritme, melodie en de instrumenten geven de tango zijn unieke karakter.

De vorm van de dans volgt de muziek: sommige delen worden gelopen, in andere delen is ruimte voor improvisatie. Bandoneon en contrabas vormen de ritmische laag, violen en piano spelen de melodische lijnen. Versnellingen of juist vertragingen versterken de sensualiteit. Goede dansers versnellen en vertragen, of dansen om de pauzes heen. Boven- en onderlichaam bewegen vaak in verschillende richtingen. De mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van de gekozen dansstijl.

De verbinding tussen de danspartners, vaak “hart op hart”, wordt door veel tangodansers beschouwd als een wezenlijk kenmerk.

Vanaf het tweede kwart van de 20ste eeuw ontwikkelden zich twee varianten op de tango: de tangowals en de milonga.

Roxane Suarez an Sebastian Achaval dansen 'Amarras' op de muziek van Juan d'Arienzo

Variant 2: Tangowals


Via Europese immigranten was de wals naar Zuid-Amerika gekomen, eerst naar de 'betere kringen', later raakte die bekend bij de gemengde, Creoolse bevolking. Zo ontstond de Peruaanse of Creoolse wals, gedanst op lokale walsmuziek. Die werd ook gedanst op de feesten in de volkswijken waar de immigranten uit Europa woonden, naast afstammelingen van Afrikaanse en Creoolse mensen. Daar paste de wals zich aan bij de vroege vormen van tango tot de tangowals zoals we die nog kennen. Het aantal beats in de tangowals ligt tussen de 60 en 90 per minuut.

De tangowals is vrij langzaam omdat alleen op de eerste tel van de driekwartsmaat wordt gedanst, met onregelmatige versnellingen op de tweede en derde tel. Ook wordt er minder gedraaid dan in de Weense wals. Er is meer sprake van rechte passen die gelopen worden, afgewisseld door draaien wanneer de muziek melodisch of zwierig wordt.

Zie voorbeelden onder aan pagina.

Noelia Hurtado en Carlitos Espinoza, Wals Violetas Amsterdam. Video Henryk Gajewski

Variant 3: Milonga


De milonga die in de salons wordt gedanst, is niet de wat trage milonga uit de beginjaren van de tango. Dat werd de milonga campera of pampera ('landelijke milonga' of 'milonga van de pampa's') genoemd. Payadores, Argentijnse troubadours, zongen veel van hun liederen op deze muziek. Argentijnen van Afrikaanse afkomst gebruikten het woord 'milonga ('veel woorden') om deze liederen te typeren.

De vroege tangomuziek was gebaseerd op deze milonga's, maar geleidelijk aan werd de habanera component er wat minder pregnant.

De milonga in de salons ontstond rond 1931 toen Sebastian Piana zijn 'Milonga sentimental' componeerde. Het is pittige muziek waarop in een snel tempo kan worden gedanst. Ze zijn doorgaans geschreven in tweekwartsmaat, maar ook zijn er milonga's in vierkwartsmaat. Het aantal beats per minuut ligt tussen de 80 en 120. Daarnaast bleef er ook tangomuziek gecomponeerd worden in de stijl van de langzame milonga campera, bijvoorbeeld de Milonga del Angel van Piazzolla.

Miguel Zotto en Daiana Guspero dansen een milonga

info

Tel: 0622495909

© jan van laarhoven